Subsidies

Bij de Buitenkans wordt dankbaar gebruik gemaakt voor diverse subsidies die tijdens het bijzondere schooljaar 2020-2021 beschikbaar zijn.

Enkele subsidies waarvan de school gebruik maakt:
– Schoolfruit (EU subsidie), periode november t/m april voor 3 dagen fruit
– Corona eerste golf – mogelijke leerachterstanden – €9000
– Schoolkracht – onderwijskwaliteit verhogen – €30.000 (onzeker tot 1-4-21)
– Corona tweede golf – 3 iPad’s en 7 laptop’s t.b.v. afstandonderwijs
– Postcode loterij buurtproject – Waterspeeltoestel plein – €5000

De drie pedagogen – kinderen leren van hun omgeving 2

Binnen de Buitenkans gaan we ervan uit dat kinderen leren van elkaar, de omgeving en de volwassene als begeleider. Vanuit de pedagogiek van Reggio Emilia zijn dit de drie pedagogen. Deze blog gaat over dat kinderen leren van hun omgeving

Dagelijks worden binnen de Buitenkans activiteiten aangeboden waarin de kinderen nieuw materiaal of vaardigheden ontdekken. Of kinderen werken aan een activiteit om de verdieping in te gaan. Onze kunstenaar ondersteunt en inspireert de pedagogisch medewerkers in het activiteitenaanbod en bewaakt of diverse ‘talen’ aan bod komen. 

Tijdens activiteiten is het van belang om voldoende ruimte en mogelijkheden aan te bieden zodat het kind optimaal kan onderzoeken en ontwikkelen. We stimuleren het respectvol omgaan met de omgeving. Bij het aanleren van een nieuwe vaardigheid of onderzoeken van nieuw materiaal is het van belang dat een begeleider observeert. De begeleider kan inspelen op de manier waarop het kind het nieuwe materiaal hanteert, om eventueel de veiligheid te bewaken.

Geef je kind de ruimte om materialen te mogen onderzoeken. Vooral materialen die niet als speelgoed bedoeld zijn, ook wel kosteloos materiaal. Wanneer je je kind observeert, zal je merken dat het materiaal waar het zelf zijn creativiteit in kwijt kan en betekenis aan kan geven. Bijvoorbeeld een kartonnen dozen, knijpers, klei, natuurlijke materialen, kranten et cetera. Creëren zonder opdracht stimuleert de creatieve ontwikkeling van je kind. Het gaat niet om het eindresultaat, het gaat om het proces van het ervaren van materiaal en onderzoeken welke mogelijkheden bepaald materiaal heeft.

De drie pedagogen – kinderen leren van hun omgeving 1

Binnen de Buitenkans gaan we ervan uit dat kinderen leren van elkaar, de omgeving en de volwassene als begeleider. Vanuit de pedagogiek van Reggio Emilia zijn dit de drie pedagogen. Deze blog gaat over dat kinderen leren van hun omgeving

Kinderen leren van de omgeving waarin zij zich bevinden. Binnen Villa de Buitenkans wordt veel aandacht besteed aan de omgeving. Om kinderen de wereld te laten ontdekken moet er wel iets te ontdekken zijn, daarom hebben we de ruimtes bewust ingericht naar behoeften van kinderen. Het is van belang de inrichting van de omgeving regelmatig te vernieuwen, bijvoorbeeld materialen veranderen of vervangen. Hier worden de kinderen bij betrokken. Kinderen mogen initiatieven inbrengen om de ruimte en projecten die aangeboden worden vorm te geven. Wij zoeken de ruimte ook op, door regelmatig met de kinderen op stap te gaan.

Kijk eens kritisch naar je eigen omgeving. Hoe ziet de ruimte waar je kind speelt eruit? Wat valt er te beleven op kind hoogte? Zijn er dingen waar je kind wel of juist niet mee mag spelen? Zoek je ook regelmatig een andere omgeving op? Het bos, strand, kinderboerderij de winkel? Overal leert je kind steeds meer de wereld om zich heen ontdekken!

De drie pedagogen – kinderen leren van elkaar

Binnen de Buitenkans gaan we ervan uit dat kinderen leren van elkaar, de omgeving en de volwassene als begeleider. Vanuit de pedagogiek van Reggio Emilia zijn dit de drie pedagogen. Deze blog gaat over dat kinderen leren van elkaar.

Wij gaan ervan uit dat kinderen het meest leren van ervaringen die ze opdoen met betrekking tot zichzelf en anderen. Kinderen kunnen ontzettend veel van andere kinderen leren. Kinderen kijken naar elkaar, zien overeenkomsten en verschillen. Ze luisteren naar de ander en stimuleren en motiveren elkaar. Onbewust en bewust voeden kinderen elkaar op. De volwassene als begeleider bewaakt de kaders van normen, waarden en omgaan met elkaar en creëert eventueel nieuwe omgangs- en gespreksvormen.

Kinderen observeren elkaar, kijken naar wat een ander doet en kopieert gedrag van andere kinderen. Het kan dus zo zijn dat je kind thuis gedrag laat zien dat je niet van hem gewend bent. Misschien heeft hij dat gedrag bij een ander gezien en probeert hij thuis in een veilige omgeving uit of het gewenst gedrag is en hoe er met dit gedrag wordt omgegaan.

Geef je kind de ruimte en geef ook kaders aan. Benoem vooral welk gedrag je wel wil zien. Het laatste woord blijft hangen bij jonge kinderen. Dus in plaats van ‘niet rennen’ zeg je ‘rennen mag buiten, binnen mag je lopen’ of in plaats van ‘niet gillen’, ‘praat maar rustig’.

De Buitenkans en CBO Meilân gaan samenwerking aan

Heerenveen, 26 juni 2020 – Basisschool De Buitenkans in Heerenveen en scholengroep CBO Meilân gaan samenwerken. Beide besturen hebben hiertoe een overeenkomst gesloten.

Samenwerking met CBO Meilân biedt voor De Buitenkans als zelfstandige school meer zekerheid en ruimte om in de naaste toekomst te voldoen aan de stichtingsnorm. In Heerenveen is die norm 200 kinderen, de Buitenkans telt nu 120 kinderen, als gevolg van de samenwerking voldoet de Buitenkans nu al aan deze stichtingsnorm. Beide besturen onderschrijven verder het belang van een divers onderwijsaanbod in de regio. Ook het delen van expertise en ondersteunende diensten behoort tot de mogelijkheden.

De Buitenkans is in 2016 gestart vanuit de kinderopvang. De pedagogiek van Reggio Emilia is de inspiratiebron voor het onderwijs. Uitgangspunt hierbij is dat kinderen vanaf hun geboorte eigen talenten en interesses hebben, dat ze nieuwsgierig en creatief zijn. De leerkrachten begeleiden de kinderen in hun ontwikkeling.

CBO Meilân is sinds 2012 een stichting voor christelijk basisonderwijs in de gemeenten Heerenveen en De Fryske Marren. De stichting telt 15 basisscholen met 2758 leerlingen. Meilân-bestuurder Eric Rietkerk ziet de samenwerking als een verrijking van het onderwijsaanbod: “De Buitenkans is een school met een heel eigen aanpak. Het onderwijsconcept voegt echt iets toe in het basisonderwijs, hier in de regio. Dat maakt het aanbod rijker en de keus voor de ouders groter.”

Voor Theo Rinsma, directeur/bestuurder van De Buitenkans, is de diversiteit ook een belangrijke overweging geweest in de keus voor CBO Meilân: “Deze scholengroep past het beste bij onze school en bij het onderwijs dat we aanbieden. Daarbij is er ook een goede klik tussen beide bestuurders.”

Onderzoeksdocumentatie, volgen en vastleggen van een proces

Iedere dag gaan we met de kinderen op onderzoek. Om dit onderzoek te kunnen volgen, maken we foto’s en aantekeningen van wat de kinderen doen, zeggen en laten zien. Dit noemen we onderzoeksdocumentatie. Deze vorm van documentatie helpt ons ons om de (groep) kinderen te kunnen volgen binnen een onderzoeksproject.

Onderzoekdocumentatie is een bundeling van verslagen van de activiteiten binnen een onderzoeksonderwerp van de groep kinderen. Bijvoorbeeld in het thema ‘groeien en bloeien’ het proces van zaadjes onderzoeken tot het eten van de boontjes.

Deze documentatie wordt bijgehouden op de onderzoekmuur over dit onderwerp in de groepsruimte en in de onderzoekmap.

Op deze manier leggen we alle stappen in een onderzoek vanaf de start vast. En volgen we de kinderen in het onderzoek. Door vast te leggen waar ze mee bezig zijn, kan je dit terugkijken en daarmee het onderzoek te verdiepen en uitbouwen. Of eventueel een stap terug doen, door een verslag wat eerder uitgevoerd is terug te halen en opnieuw te onderzoeken welke ideeën de kinderen hebben. Meestal gaan of willen wij volwassenen te snel. Documentatie dwingt ons letterlijk om stil te staan, een stap naar achter te doen en echt te kijken en luisteren naar de kinderen. Wat doet dit kind? Wat is het aan het onderzoeken? Welke vragen heeft dit kind? Bij jonge kinderen zijn dit vaak vragen die ze zelf niet stellen, maar die je wel kan observeren.

Zowel voor de kinderen als voor ons volwassenen geeft dit een ontzettende meerwaarde aan het onderzoek! Het volgen en vastleggen van de processen waar een kind of een groep kinderen mee bezig is.

Welbevinden en betrokkenheid

We kijken dagelijks naar welbevinden en betrokkenheid. Oberveren van welbevinden en betrokkenheid is ontwikkeld door onderwijskundige Ferre Laevers. Ons helpt dit kijken hoe het met de kinderen gaat. Voelen ze zich fijn? Zijn ze betrokken bij zichzelf, andere kinderen, volwassenen, ruimte, materialen?

Kijken naar welbevinden en betrokkenheid geeft ons een beeld van de ontwikkeling, interesses, voorkeuren. Hoe het met een kind of een groep kinderen gaat. Wanneer voelt een kind zich prettig, wanneer niet en hoe laat hij dit zien? Wat helpt het kind als zijn welbevinden laag is? Als hij verdrietig is, boos of bang? Waar wordt hij blij van? Wanneer kan het kind zich concentreren? Welke voorkeuren heeft het kind aan personen om zich heen, activiteiten, materialen?

Welbevinden is of een kind lekker in zijn vel zit. Voelt hij zich thuis, is hij ontspannen, kan hij genieten? Toont het kind zelfvertrouwen en vitaliteit?

Betrokkenheid zie je als een kind concentratie, interesse en fascinatie laat zien. Ook zal een kind wat betrokken is; gemotiveerd en mentaal actief zijn, zelf op onderzoek gaan en op zoek naar de grens in zijn mogelijkheden.

Als het kind zowel een hoog welbevinden als hoge betrokkenheid laat zien, dan weten we dat hij volop in ontwikkeling is. Wanneer het welbevinden of de betrokkenheid van het kind laag is, betekent dit dat er iets aan de hand is in de basisbehoeften.

Het kan zijn dat het kind last heeft van factoren als honger, koud, warm, veel prikkels. Maar het kan ook zijn dat je kind zich niet veilig voelt. We kijken dan naar wat het kind nodig heeft. Jaarlijks rond de verjaardag maakt de mentor per kind een welbevinden en betrokkenheid verslag, een beeld hoe wij het kind op dat moment zien.

De drie pedagogen – de volwassene als begeleider 3

Binnen de Buitenkans gaan we ervan uit dat kinderen leren van elkaar, de omgeving en de volwassene als begeleider. Vanuit de pedagogiek van Reggio Emilia zijn dit de drie pedagogen. Deze blog gaan we opnieuw in op de volwassene als begeleider.

Wij volwassenen zijn vaak snel geneigd om het spel van de kinderen te verstoren of over te nemen. Wanneer je kind gaat spelen, observeer eens wat hij doet en hoe hij dit doet zonder iets te benoemen. Ook opmerkingen als ‘wat ben je heerlijk aan het spelen’ kunnen kinderen uit hun spel of focus halen.

Wanneer je kind het lastig vindt om zelf tot spel te komen, of zelf te blijven spelen, kan het helpen om je kind even op weg te helpen. Kijk naar de interesse van je kind. Waar speelt hij graag mee, wat voor soort spel; bouwen, creëren, onderzoeken, ervaren, proeven, voelen? En zoek materiaal, speelgoed of kosteloos materiaal wat hierbij aansluit. Help je kind op weg door het materiaal samen te ervaren. Dit doe je door zelf aan de slag te gaan met het materiaal, op je eigen manier. Je kind zal je observeren en kijken wat je doet en hoe je dat doet. Hiervan leert je kind kijken naar mogelijkheden van materiaal. Daarna zal het zelf aan de slag willen, observeer je kind en kijk wat hij doet. Wat ook mooi is om te doen, is je kind spiegelen. Dus letterlijk nadoen wat hij met het materiaal doet. Wanneer je kind zelf het materiaal onderzoekt, is voor jou het moment om een korte tijd weg te gaan van de activiteit. Benoem dan: ik ga even … doen en ben zo weer terug. Kom daarna ook echt weer terug. Wanneer je dit vaker doet, zal je merken dat je kind steeds langer en sneller zelfstandig leert spelen en onderzoeken.

De drie pedagogen – de volwassene als begeleider 2

Binnen de Buitenkans gaan we ervan uit dat kinderen leren van elkaar, de omgeving en de volwassene als begeleider. Vanuit de Reggio Emilia pedagogiek zijn dit de drie pedagogen. Deze blog gaan we weer in op de volwassene als begeleider.

Bij de Buitenkans begeleiden we kinderen in het “samen” leven in een samenleving. De volwassene heeft een terughoudende, observerende rol zodat kinderen op hun eigen manier kunnen ontdekken en doen. Dit gaat natuurlijk wel binnen bepaalde kaders; met respect voor jezelf, de ander en de omgeving. We stimuleren kinderen om zelf te doen wat ze zelf kunnen doen.  De omgeving is zo ingericht dat de materialen die zonder begeleiding gebruikt kunnen worden, op kind hoogte klaar staan. Daarnaast begeleiden we kinderen in interactie met zichzelf en anderen. Dit doen we door woorden te geven aan hun emoties en te stimuleren om zichzelf te kunnen uiten. Daarnaast stimuleren we dat kinderen elkaar helpen, om hulp vragen en hun ideeën met elkaar te delen.

Je kan een aanbod klaarzetten waar je kind zelf mee kan spelen en dit aanbod afwisselen. Niet altijd hoeft alles toegankelijk te zijn. Wat je ook kan doen is speelgoed soort bij soort aanbieden, zodat je kind een bewuste keuze kan maken waarmee hij wil spelen. Als je dat doet, kan je meteen het kader scheppen: opruimen waar je mee bezig bent, voor je iets anders gaat doen. Of, alleen met een plan mag je meerdere soorten materiaal met elkaar combineren.

De drie pedagogen – de volwassene als begeleider 1


Binnen de Buitenkans gaan we ervan uit dat kinderen leren van elkaar, de omgeving en de volwassene als begeleider. Vanuit de pedagogiek van Reggio Emilia zijn dit de drie pedagogen. Deze blog gaan we in op de volwassene als begeleider.
 
De Reggio Emilia benadering is een ‘pedagogiek van het luisteren’, in plaats van een ‘pedagogiek van het vertellen’. Pedagogiek van het luisteren houdt in, dat de volwassene de kinderen volgt, door goed naar hen te kijken en te luisteren. Je observeert je kind en legt vast wat je ziet of hoort, documenteren. Dit vastleggen is bijvoorbeeld foto’s of filmopnames maken, maar ook het werk van de kinderen verzamelen en notities van uitspraken of gesprekken en bepaalde gebeurtenissen.
 
Je kan ervoor kiezen documentatie in de omgeving zichtbaar te maken, zodat andere kinderen ervan kunnen leren en je kind herinnerd wordt waar het mee bezig is geweest.
Binnen de Buitenkans werken de begeleiders dagelijks aan documentatieverslagen en individuele boeken vol herinnering gekoppeld aan Spectrovita, ons kindvolgsysteem. Hierin worden de kinderen gevolgd in hun ontwikkeling.
 
Thuis kan je een fotoboek, plakboek of agenda met werkstukken, foto’s, gebeurtenissen en uitspraken bijhouden om de ontwikkeling en bezigheden van je kind te volgen.